Sporenvormende grampositieve staaf die een aantal krachtige toxines produceert en een (polyglutamaat)kapsel; beide factoren spelen een belangrijke rol spelen in de pathogenese van antrax (miltvuur) bij mens en dier.
Lees verder ›Het doel van een bloedkweek is het aantonen van de aanwezigheid van bacteriën (of gisten) in het bloed.
Lees verder ›Lees verder ›
is een langzaam groeiende aerobe, gramnegatieve bacterie met bijzondere groei-eisen. Voor de kweek zijn speciale voedingsbodems vereist met actieve koolstof, cysteïne en andere speciale ingrediënten. Hierdoor heeft het tot 1976 geduurd voordat de bacterie voor het eerst in kweek gebracht werd na een uitbraak van pneumonie bij een bijeenkomst van Amerikaanse veteranen in Philadelphia. Van zijn vijftien serotypen bekend; behalve zijn er nog zo’n veertig andere -soorten bekend.
Lees verder ›Lees verder ›
is een facultatief anaerobe gramnegatieve bacterie behorend tot de familie der . Binnen dit genus is een viertal soorten bekend: en . Deze soorten en de subtypen binnen elke soort zijn van elkaar te onderscheiden op basis van biochemische kenmerken en verschillen in O-antigenen. is overigens zeer nauw verwant aan . Resistentie tegen verschillende antibiotica komt veelvuldig voor bij .
Lees verder ›zijn kommavormige, micro-aerofiele gramnegatieve bacteriën. De bacteriën zijn sterk beweeglijk en kunnen een filter met een poriegrootte van 0,45 μm passeren, een eigenschap waarvan gebruikgemaakt wordt bij de isolatie uit sterk verontreinigde materialen als feces. Oorspronkelijk waren vrijwel alle isolaten van gevoelig voor macroliden en fluorochinolonen; de resistentie tegen de laatste groep antibiotica is sterk toegenomen door het ruime gebruik van deze middelen in de veterinaire sector.
Lees verder ›is een aerobe, grampositieve staaf. Alleen stammen die met een bepaalde bacteriofaag zijn geïnfecteerd, produceren toxine en zijn pathogeen voor de mens. Binnen de soort wordt een drietal typen onderscheiden: en .
Lees verder ›Bij een zogenaamde banale kweek wordt gezocht naar snelgroeiende bacteriën en gisten die binnen enkele dagen groeien op algemeen gebruikte voedingsbodems als bloedagar of chocoladeagar.
Lees verder ›Lees verder ›
Aantonen van verwekkers van onderhuidse mycosen met microscopie en kweek.
Lees verder ›Onderzoek bij verdenking op afwijkingen aan of ziekten van de nieren en de urinewegen.
Lees verder ›Streptokokken zijn grampositieve bacteriën die in ketens groeien ( = ketting/keten). is een β-hemolytische streptokok, dat wil zeggen dat hemoglobine wordt afgebroken, hetgeen een opheldering geeft van bloedbevattende kweekmedia. Met behulp van de Lancefield-classificatie kunnen β-hemolytische streptokokken worden onderverdeeld in groep A, B, C en G op basis van een groepspecifiek polysacharide. bevat het groep B-polysacharide, de benamingen: groep B-streptokok (of varianten daarop) en worden door elkaar gebruikt.
Lees verder ›Meticillineresistente is een die door het vermogen om een speciaal penicillinebindend eiwit (PBP) te produceren resistent is tegen de werking van vrijwel alle β-lactamantibiotica (penicilline, cefalosporine en carbapenem). Bij veel MRSA’s is daarnaast nog sprake van resistentie tegen andere klassen antibiotica, waardoor in sommige gevallen effectieve behandeling van ernstige infecties zeer bemoeilijkt wordt.
Lees verder ›Aantonen van gestoorde absorptie van koolhydraten, in het bijzonder lactose en fructose.
Lees verder ›Aantonen van -soorten met kweek en serologie.
Lees verder ›is een obligaat intracellulaire bacterie. Groei op normale bacteriologische voedingsbodems is niet mogelijk; kweek is alleen mogelijk in celkweken.
Lees verder ›, vroeger genaamd is, evenals de andere , een obligaat intracellulaire bacterie. is ondergebracht in het genus samen met (pathogeen voor de mens), en . Groei op normale bacteriologische voedingsbodems is niet mogelijk; kweek is alleen mogelijk in celkweken.
Lees verder ›Anaerobe bacteriën zijn bacteriën die uitsluitend groeien in afwezigheid van zuurstof; de mate van gevoeligheid voor zuurstof is sterk variabel. Onder de anaerobe bacteriën treft men zowel grampositieve als gramnegatieve soorten aan. Een bijzondere groep zijn de sporenvormende anaerobe bacteriën behorend tot species; deze worden apart besproken
Lees verder ›Het aantonen van een actieve infectie met .
Lees verder ›Het doel van een keelkweek is het aantonen van de aanwezigheid van pathogene bacteriën in een keel en zo nodig te bepalen voor welke antibiotica de gekweekte bacteriën gevoelig zijn. Daarnaast wordt een keelkweek in sommige gevallen verricht om dragerschap met specifieke micro-organismen op te sporen.
Lees verder ›Lees verder ›
Naast de obligaat pathogene mycobacteriën behorend tot zijn er talloze andere soorten mycobacteriën. Een gemeenschappelijke benaming is atypische mycobacteriën en in de Engelstalige literatuur worden ze aangeduid als MOTT (). Kenmerkend voor de hele groep is de bijzondere celwandstructuur met een hoog gehalte aan vetzuren, die verantwoordelijk is voor de zuurvastheid in speciale kleuringen (ZN, auramine). Afhankelijk van de groeisnelheid en pigmentvorming werden de mycobacteriën ingedeeld in vier groepen volgens de classificatie van Runyon. Tegenwoordig berust de indeling vooral op variaties in de 16S ribosomale gensequenties.
Lees verder ›wordt gevonden in de luchtwegen van de mens. Zoals alle mycoplasmata heeft deze bacterie geen celwand en kleurt daardoor ook niet aan in de gramkleuring. De bacterie heeft een grote affiniteit voor hechting aan luchtwegepitheel.
Lees verder ›Mazelenvirus is een RNA-virus en hoort tot de groep van de morbillivirussen.
Lees verder ›is een gekapselde diplokok. Op basis van de polysachariden in het kapsel worden negentig verschillende serotypen onderscheiden.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Actinomyceten zijn filamenteuze, grampositieve, anaerobe bacteriën.
Lees verder ›Lees verder ›
is een gramnegatieve, facultatief intracellulaire bacterie met bijzondere groei-eisen. In vitro groeit de bacterie langzaam en alleen in aanwezigheid van verhoogde CO-concentratie.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
is een gramnegatieve bacterie uit de familie van de . Er bestaat een grote variatie binnen deze soort en de pathogeniciteit wordt bepaald door de aanwezigheid van specifieke virulentiefactoren als aanhechtingsfactoren en productie van diverse toxines. is ook in staat om verschillende antibioticaresistentiegenen uit te wisselen met andere door middel van plasmiden (kleine, circulaire stukken DNA).
Lees verder ›Voor de diagnostiek van meningitis of encefalitis is analyse van liquor erg belangrijk. Dit geldt voor virale infecties net zo als voor bacteriële infecties. In het verleden probeerde men virussen uit liquor te kweken, maar vergelijkend onderzoek van de laatste tien tot vijftien jaar heeft duidelijk gemaakt dat de kweek obsoleet is. De gouden standaard voor liquoronderzoek is het aantonen van viraal DNA respectievelijk RNA met moleculaire diagnostiek, zoals PCR. In liquor is de methode vergeleken met kweek zeer sensitief en zeer snel. Een valkuil kan zijn dat het aantonen van een zeer geringe hoeveelheid RNA en/of DNA soms bewijzend is voor een veroorzakende rol van het virus, maar niet altijd. Indien liquor niet kan worden verkregen kan voor enterovirus en parechovirus de uitscheiding in feces als alternatief worden gebruikt. Hierbij moet men rekening houden met asymptomatische shedding van enterovirussen weken tot maanden kunnen aanhouden in de feces na een infectie en dient als indirect bewijs voor een current episode.
Lees verder ›species zijn grampositieve, halfzuurvaste aerobe actinomyceten die enige verwantschap hebben met mycobacteriën en .
Lees verder ›De hier te bespreken prenatale diagnostiek behoort nu, 2019, bij de traditionele methoden om prenatale diagnostiek uit te voeren. Traditionele methoden, zoals het invasief verzamelen van foetaal genetisch materiaal bij de vlokkentest of de vruchtwaterpunctie, hebben een risico op spontane abortus. Door de ontdekking, voor het eerst gemeld in 1997, van de aanwezigheid van foetaal DNA ( DNA, cffDNA) in de circulatie van zwangeren is het mogelijk geworden om op niet-invasieve wijze uit het bloed van de moeder genetische en chromosomale informatie te verkrijgen. De toepassing van deze mogelijkheden in de kliniek heeft geleid tot een sterke afname van de invasieve procedures. Er blijft zeker ruimte voor het uitvoeren van deze invasieve technieken als vervolg op een positieve uitslag bij de niet-invasieve screeningstests.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Aantonen van blastomycose met kweek en serologie.
Lees verder ›Lees verder ›
Onder enterovirussen gaat een flinke heterogene groep virussen schuil. Het zijn allemaal RNA-virussen en ze heten ECHO-virussen, coxsackie A- en B-virussen, poliovirussen en humaan enterovirussen 68-71. Ze behoren tot de familie van de . Parechovirussen zijn verwant aan de enterovirussen. Parechovirus type 1 en 2 heetten voorheen ECHO-virus 22 respectievelijk 23. Inmiddels zijn er zes parechovirustypen beschreven.
Lees verder ›Een feceskweek is gericht op het aantonen van bacteriële verwekkers van gastro-enteritis in de feces van de (symptomatische) patiënt. Het aandeel pathogene bacteriën in de totale fecale flora is meestal groot in de acute fase van de ziekte, maar neemt daarna weer snel af. Vanwege de gelijktijdige aanwezigheid van apathogene bacteriën in de feces is voor het aantonen van de pathogene bacteriën gebruik van selectieve media, al dan niet in combinatie met ophopingsmethoden, vereist.
Lees verder ›Onderzoek van gewrichtsvloeistof bij gezwollen en/of ontstoken gewrichten.
Lees verder ›De HACEK-groep bacteriën is een verzameling bacteriesoorten uit de mond-keelholte met als gemeenschappelijk kenmerk dat ze endocarditis kunnen veroorzaken. Deze groep van organismen is gezamenlijk verantwoordelijk voor 3-5% van alle gevallen van bacteriële endocarditis. Het zijn kleine gramnegatieve bacteriën die voor hun groei afhankelijk zijn van een verhoogde CO-concentratie. De soorten groeien langzaam op de standaardvoedingsbodems als bloed- of chocoladeagar (48-72 uur).
Lees verder ›is een gramnegatieve bacterie; kenmerkend voor de bacteriën uit het genus is dat ze voor hun groei ten minste een van de volgende groeifactoren nodig hebben: X-factor (haemverbindingen) of V-factor (NAD). Ze worden daarom alleen gevonden bij gebruik van specifieke kweekmedia. Bij de mens komen negen -soorten voor. is een daarvan en verwekker van de seksueel overdraagbare aandoening ulcus molle.
Lees verder ›Streptokokken zijn grampositieve bacteriën die in ketens groeien ( = ketting/keten). heeft de eigenschap dat het, door de productie van streptolysine, erytrocyten afbreekt, waardoor er op de bloed-agarplaat een transparante hof om de kolonie te zien is. Met behulp van de Lancefield-classificatie kunnen hemolytische streptokokken worden onderverdeeld in groep A, B, C en G op basis van een groepspecifiek polysacharide. Naast het streptolysine, bevat de bacteriesoort een reeks van andere virulentiefactoren, waaronder M-proteïne, dat bescherming biedt tegen fagocytose, DNasen (afbraak van DNA) en pyrogene exotoxines waardoor onder andere koorts, exantheem, fasciitis en septische shock kunnen ontstaan.
Lees verder ›Herpessimplexvirus type 1 en 2, ook wel humaan herpesvirus 1 en 2, zijn DNA-virussen behorend tot de . Het zijn α-herpesvirussen.
Lees verder ›is een gramnegatieve, aerobe diplokok die achtereenvolgens en genoemd werd alvorens in het genus te worden ingedeeld. Andere soorten binnen het genus worden in verband gebracht met conjunctivitis.
Lees verder ›is een gramnegatieve diplokok uit de familie van de . Andere soorten uit deze familie zijn (meningokok), en veel commensale -soorten die normaal gesproken apathogeen zijn. is uitermate gevoelig voor uitdroging. De gonokok is voor zijn groei afhankelijk van de aanwezigheid van complexe groeifactoren en vereist dan ook speciale voedingsbodems voor isolatie.
Lees verder ›Aantonen van paracoccidioïdomycose met kweek en serologie.
Lees verder ›is een grampositieve bacterie die zijn naam dankt aan de groei in clusters of trossen (σταφιλη = druiventros). De bacterie is in staat een groot aantal virulentiefactoren te produceren die een belangrijke rol spelen bij infecties zoals kapselpolysachariden, hemolysines en cytotoxines, diverse enzymen als coagulase, DNase en protease en oppervlakte-eiwitten als proteïne A.
Lees verder ›en zijn mycoplasmasoorten die ureum nodig hebben voor hun groei.
Lees verder ›Het doel van een urinekweek is het aantonen van de aanwezigheid van (snelgroeiende) bacteriën (of gisten) in de urine.
Lees verder ›Vrij levende amoeben, protozoën.
Lees verder ›soorten zijn gramnegatieve bacteriën behorend tot een aparte familie van de . De taxonomie binnen deze familie is zeer aan verandering onderhevig. De bovengenoemde soorten worden het meest gevonden in klinische materialen.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Aantonen van infectie met door middel van microscopie, kweek en/of antistoffen en antigeen.
Lees verder ›is een strikt aerobe gramnegatieve bacterie met hoge groei-eisen, die alleen op speciale voedingsbodems groeit en daarom bij een banale kweek niet geïsoleerd zal worden. De bacterie vormt verschillende virulentiefactoren waaronder het filamenteuze hemagglutinine (FHA), pili, pertactin, en verschillende toxines waaronder pertussistoxine. De gecombineerde effecten van de verschillende virulentiefactoren zijn onder andere ciliostase, beschadiging van de respiratoire mucosa en een lymfocytose. , een nauw verwante bacterie, is eveneens pathogeen voor de mens, zij het in mindere mate dan .
Lees verder ›is een spirocheet die pathogeen is voor de mens. Naast de soort die vooral in de VS voorkomt, komen in Europa vooral de soorten en voor. De bacterie kan gekweekt worden in vitro in een complex medium, maar de groeisnelheid is traag. Het genoom van de bacterie is klein (1,5 megabasen) en in tegenstelling tot dat van de meeste bacteriën lineair; tevens bevat de bacterie nog een groot aantal plasmiden.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
is een obligaat intracellulaire bacterie. Groei op normale bacteriologische voedingsbodems is niet mogelijk; kweek is alleen mogelijk in celkweken. Voor diagnostiek wordt daarom DNA-detectie gebruikt. Van deze bacterie is een aantal verschillende serovars beschreven die onderling verschillen in hun pathogeen vermogen: serovar A tot en met C veroorzaken ooginfecties (trachoom), serovar D tot en met K zijn verantwoordelijk voor urogenitale infecties terwijl serovar L geassocieerd is met lymphogranuloma venereum.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Aantonen van (Californië) en/of (overige gebieden) met kweek, microscopie en serologie.
Lees verder ›Lees verder ›
Aantonen van cryptokokken met kweek en serologie.
Lees verder ›Cytomegalovirus is een humaan DNA-virus. Het is een β-herpesvirus en hoort tot de familie van de .
Lees verder ›Aantonen van schimmelinfectie van huid, haar en nagel.
Lees verder ›is een gekromd gramnegatief staafje, dat alleen groeit onder micro-aerofiele omstandigheden (lage zuurstofspanning). Een kenmerkende eigenschap is de sterke ureaseproductie door de bacterie. Vanwege de morfologische gelijkenis met werd de bacterie die in 1982 voor het eerst gekweekt werd uit biopten van de maag en het duodenum eerst genoemd. Bij dieren worden andere -soorten gekweekt uit de maag en duodenum. Bij de mens komen andere soorten voor in de darm die zijn geassocieerd met diarree: en .
Lees verder ›Bepaling van ‘high-density lipoprotein’-cholesterol (HDL-cholesterol) in serum/ heparineplasma.
Lees verder ›is een aerobe grampositieve bacterie die binnen een groot temperatuurbereik kan groeien (4 °C tot 37 °C). Het is een intracellulaire pathogeen, waarbij de cellulaire immuniteit van belang is. Er is een zestal verschillende soorten bekend, waarvan alleen pathogeen is voor de mens.
Lees verder ›Aantonen van met kweek en microscopie.
Lees verder ›en de genetisch verwante soorten en vormen samen het complex (MTBC). Deze bacteriën hebben een bijzondere celwandsamenstelling met een hoog gehalte aan bijzondere vetzuren; door deze celwandsamenstelling zijn de bacteriën bestand tegen ontkleuring met zure alcoholoplossingen en daarom worden ze zuurvast genoemd. De bacteriën groeien uitsluitend aeroob en bijzonder langzaam met een delingstijd van 15-20 uur waardoor in het laboratorium groei pas na weken tot maanden wordt waargenomen.
Lees verder ›is een gramnegatieve diplokok uit de familie van de . Andere soorten uit deze familie zijn onder andere de gonokok, en veel meestal apathogene, commensale -soorten. Een belangrijke virulentiefactor van de meningokok is het polysacharidekapsel waarvan dertien varianten bekend zijn. De meest voorkomende kapseltypen in Nederland zijn B en C. Andere typen die af en toe worden gezien, zijn A (komt veel voor in Afrika) en W135 (bij Mekkagangers). Binnen de serogroepen is verdere subtypering mogelijk op basis van buitenmembraaneiwitten. Deze typering is vooral voor epidemiologische studies van belang.
Lees verder ›is een facultatief anaerobe gramnegatieve bacterie, behorend tot de familie der . De bacterie is in staat om na fagocytose te overleven in macrofagen. De poging van het lichaam om (hieruit) te elimineren, met name via het cellulaire deel van het immuunsysteem met de productie van allerlei cytokines, veroorzaakt een necrotiserende ontstekingsreactie van de lymfoïde weefsels in de buikholte (mesenteriale lymfeknopen, Peyer-plaques). Daardoor ontstaan soms complicaties zoals bloedingen of perforaties in (de buurt van) de Peyer-plaques.
Lees verder ›Aantonen van met kweek en serologie.
Lees verder ›Stafylokokken anders dan worden vaak aangeduid als coagulasenegatieve stafylokokken (CNS). Er zijn 32 soorten bekend waarvan ongeveer de helft voorkomt als commensaal bij de mens op de huid en slijmvliezen. De pathogene betekenis van de coagulasenegatieve stafylokokken is veel geringer is dan die van ; toch worden infecties door deze bacteriën in toenemende mate gezien. Verbeterde identificatie methoden als de Maldi-TOF brengen verder differentie in wat vroeger CNS werd genoemd. Stammen zoals en worden vaker als pathogen aangemerkt, zeker in infecties met kunstmaterie in situ.
Lees verder ›is een eencellige parasiet ().
Lees verder ›is een bacterie behorend tot de familie van de . De bacterie wordt ook nog wel aangeduid met de oude naam, is de veroorzaker van de ziekte van Whipple.
Lees verder ›Aantonen van met microscopie en kweek.
Lees verder ›Lees verder ›