Bepalen van de antitrombineactiviteit in plasma bij de diagnostiek van erfelijke tromboseneiging, leversynthesestoornis, diffuse intravasale stolling en verbruikscoagulopathie.
Lees verder ›Het vaststellen van een primaire immunodeficiëntie bij voorkeur inclusief identificatie van het genetische defect
Lees verder ›Het meten van de complementactiviteit om de betrokkenheid van het complementsysteem bij ziekte vast te stellen.
Lees verder ›Opsporen en vaststellen van een C1-esteraseremmerdeficiëntie.
Lees verder ›De directe antiglobulinetest (DAT) is gericht op het aantonen van antistoffen en/of complementfactoren die in vivo zijn gebonden aan de erytrocyten van de patiënt. De indirecte antiglobulinetest (IAT) is gericht op het aantonen van antistoffen gericht tegen erytrocyten in het serum of plasma van de patiënt. Vroeger werd de antiglobulinetest ook wel Coombs-test genoemd, naar de onderzoeker Dr. Coombs die deze test bedacht, zo bestaat de directe en indirecte Coombs-test.
Lees verder ›Bepaling van de concentratie van C4 in serum.
Lees verder ›Bepaling van de concentratie van C1q in serum.
Lees verder ›