Het bepalen van de concentratie van erytrocyten in bloed.
Lees verder ›Het meten van de activiteit van glucose-6-fosfaatdehydrogenase in erytrocyten.
Lees verder ›Het meten van de osmotische resistentie van erytrocyten, dat wil zeggen hun vermogen water op te nemen totdat dit tot lysis van de erytrocyten leidt.
Lees verder ›Het meten van de activiteit van glutathionreductase in erytrocyten, meestal als referentie voor de interpretatie van andere erytrocytaire enzymen.
Lees verder ›Bepaling van ‘high-density lipoprotein’-cholesterol (HDL-cholesterol) in serum/ heparineplasma.
Lees verder ›Het bepalen van de concentraties van de erytrocyten, trombocyten en de verschillende typen leukocyten in bloed en het kwalitatief beoordelen van bloedcellen in een uitstrijkpreparaat.
Lees verder ›Giardiasis wordt veroorzaakt door de eencellige darmparasiet () , die ook wel of wordt genoemd.
Lees verder ›Het opsporen van een zinkdeficiëntie.
Lees verder ›Het doel van een urinekweek is het aantonen van de aanwezigheid van (snelgroeiende) bacteriën (of gisten) in de urine.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Bepaling van verhoogd bilirubinegehalte.
Lees verder ›Bepaling van HbA1c/glycohemoglobine.
Lees verder ›is een langzaam groeiende aerobe, gramnegatieve bacterie met bijzondere groei-eisen. Voor de kweek zijn speciale voedingsbodems vereist met actieve koolstof, cysteïne en andere speciale ingrediënten. Hierdoor heeft het tot 1976 geduurd voordat de bacterie voor het eerst in kweek gebracht werd na een uitbraak van pneumonie bij een bijeenkomst van Amerikaanse veteranen in Philadelphia. Van zijn vijftien serotypen bekend; behalve zijn er nog zo’n veertig andere -soorten bekend.
Lees verder ›Onderzoek bij verdenking op afwijkingen aan of ziekten van de nieren en de urinewegen.
Lees verder ›Vaststellen/uitsluiten van spierschade of verhoogde spierafbraak.
Lees verder ›Bepalen van insuline voor bevestiging van een insulinoom, diagnostiek van onverklaarde hypoglykemieën of de lokalisatie van insulineproducerende tumoren met behulp van selectieve sampling.
Lees verder ›Bij verdenking op porfyrie, loodintoxicatie en hereditaire tyrosinemie (zeldzaam) vaststellen of afwijkingen in het heemmetabolisme passen bij de klachten van de patiënt.
Lees verder ›Lees verder ›
Bepalen van de volumefractie van de erytrocyten in bloed.
Lees verder ›Ter verklaring van microcytaire hypochrome anemie of hemolyse, bij verdenking van mogelijke instabiliteit bij een al of niet zichtbaar abnormaal hemoglobine, als indicatie voor DNA-onderzoek. Maakt deel uit van het hemoglobinopathie (HbP) onderzoekspakket ter voorkoming van ernstige fenotypen in risicoparen.
Lees verder ›De hemoglobineconcentratie van het bloed wordt bepaald bij verdenking op anemie of polycythemie.
Lees verder ›De bezinking (BSE) is een screeningsonderzoek bij symptomatische patiënten voor het opsporen van die ziekten, die een acutefasereactie bewerkstelligen of die een verhoging van immunoglobulinen geven. Sequentieel bepaald is de bezinking een parameter om het verloop van deze processen te volgen.
Lees verder ›■ differentiële diagnostiek en controle op beloop en behandeling van lever- en spierziekten
Lees verder ›wordt gevonden in de luchtwegen van de mens. Zoals alle mycoplasmata heeft deze bacterie geen celwand en kleurt daardoor ook niet aan in de gramkleuring. De bacterie heeft een grote affiniteit voor hechting aan luchtwegepitheel.
Lees verder ›Bepalen van haptoglobineconcentratie in serum of plasma bij verdenking op intravasale hemolyse.
Lees verder ›Vaststellen van hyper- en hypokaliëmie.
Lees verder ›Aantonen en/of uitsluiten van deficiëntie van vitamine C (L-ascorbinezuur).
Lees verder ›1 Algemene inleiding
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Inzicht verwerven in de status van de hematopoëse in het beenmerg aan de hand van de cytologische karakteristieken en de verhoudingen tussen de diverse celtypen.
Lees verder ›Het bevestigen van een foliumzuurtekort als oorzaak van hematologische aandoeningen of het vaststellen van foliumzuurtekort als risicofactor, onder andere bij de vroege ontwikkeling van het ongeboren kind door het meten van de concentratie van foliumzuur in het bloed. Deze is echter niet volledig representatief voor de werking van foliumzuur in de weefsels. In een grijs gebied tussen ruime aanwezigheid en ernstig tekort geeft de concentratie in het bloed geen eenduidig antwoord op de vraag of er in de weefsels zelf een tekort bestaat. De concentratie homocysteïne in het bloed kan daarover beter uitsluitsel geven (zie Homocysteïnetest).
Lees verder ›Onderzoek van gewrichtsvloeistof bij gezwollen en/of ontstoken gewrichten.
Lees verder ›Het bepalen van de hoeveelheid foetaal hemoglobine (HbF% in lysaat) bij verdenking op hemoglobinopathieën, hereditaire hemolytische anemie, aplastische anemie conform de landelijke protocollen van de VHL. (Zie .)
Lees verder ›Bepaling van de activiteit van lactaatdehydrogenase (LD) in bloedplasma of serum.
Lees verder ›Onderzoek van liquor cerebrospinalis bij neurologische vraagstellingen.
Lees verder ›Bepalen van relatieve en absolute aantallen van de verschillende lymfocytenpopulaties in perifeer bloed.
Lees verder ›Semikwantitatief onderzoek urinesediment bij verdenking op afwijkingen aan of ziekten van de nieren en de urinewegen.
Lees verder ›Aantonen en/of uitsluiten van deficiëntie van vitamine B (thiamine).
Lees verder ›Bepalen van de ABO (A, B, O)-bloedgroep (schrijfwijze letter ‘O’ maar in spreektaal aangegeven als ‘nul’) en antistoffen tegen deze bloedgroepen.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Vaststellen of de verwerking van ammonium in het lichaam gestoord is.
Lees verder ›De directe antiglobulinetest (DAT) is gericht op het aantonen van antistoffen en/of complementfactoren die in vivo zijn gebonden aan de erytrocyten van de patiënt. De indirecte antiglobulinetest (IAT) is gericht op het aantonen van antistoffen gericht tegen erytrocyten in het serum of plasma van de patiënt. Vroeger werd de antiglobulinetest ook wel Coombs-test genoemd, naar de onderzoeker Dr. Coombs die deze test bedacht, zo bestaat de directe en indirecte Coombs-test.
Lees verder ›Diagnostiek bij verdenking op actieve coeliakie; ter bevestiging van de uitslag van de tissue-transglutaminaseantistoffen (tTGA).
Lees verder ›Diagnostiek bij verdenking op actieve coeliakie.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Het bepalen van de concentratie van leukocyten en erytrocyten in liquor en het differentiëren van de leukocyten.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
De toepassing van de chloride (Cl) bepaling ligt in de detectie en follow-up van hyper- en hypochloremie en in het bepalen van de in het geval van een metabole acidose.
Lees verder ›Het meten van de complementactiviteit om de betrokkenheid van het complementsysteem bij ziekte vast te stellen.
Lees verder ›Lees verder ›
Bepalen van de hoeveelheid circulerend erytropoëtine (EPO) in bloed.
Lees verder ›Bepalen van hyper/hypofosfatemie en van hyper/hypofosfaturie.
Lees verder ›Streptokokken zijn grampositieve bacteriën die in ketens groeien ( = ketting/keten). heeft de eigenschap dat het, door de productie van streptolysine, erytrocyten afbreekt, waardoor er op de bloed-agarplaat een transparante hof om de kolonie te zien is. Met behulp van de Lancefield-classificatie kunnen hemolytische streptokokken worden onderverdeeld in groep A, B, C en G op basis van een groepspecifiek polysacharide. Naast het streptolysine, bevat de bacteriesoort een reeks van andere virulentiefactoren, waaronder M-proteïne, dat bescherming biedt tegen fagocytose, DNasen (afbraak van DNA) en pyrogene exotoxines waardoor onder andere koorts, exantheem, fasciitis en septische shock kunnen ontstaan.
Lees verder ›Het opsporen van irregulaire antistoffen tegen erytrocyten, i.e. antistoffen tegen andere bloedgroepen dan die in het ABO-systeem.
Lees verder ›Het bepalen van de karakteristieken van de erytrocytenpopulatie.
Lees verder ›Vaststellen tumormarker voor longcarcinoom en bepaalde endocriene tumoren.
Lees verder ›Reticulocyten zijn de voorlopers van erytrocyten. Het tellen van reticulocyten in het perifere bloed geeft op een eenvoudige manier een aanwijzing over de aanmaak van rode cellen in het beenmerg. Bij een verhoogde aanmaak van erytrocyten neemt het aantal reticulocyten toe. Het aantal reticulocyten is dus een maat voor de activiteit van de erytropoëse.
Lees verder ›Bepalen van de Rh-bloedgroepen.
Lees verder ›Het bepalen van de concentratie trombocyten in bloed.
Lees verder ›Bevestiging van verdenking op een verhoogde viscositeit
Lees verder ›Het bevestigen van een vitaminetekort als vermoedelijke oorzaak van neurologische en hematologische aandoeningen door het meten van de concentraties van vitamine B en/of foliumzuur in het bloed. Voor beide vitamines geldt dat er een grijs gebied tussen voldoende aanwezigheid en ernstig tekort in het bloed bestaat waarin de gemeten bloedconcentratie geen eenduidig antwoord geeft op de vraag of in de weefsels zelf een tekort bestaat. Door het meten van de metabolieten homocysteïne en/of methylmalonzuur in plasma c.q. serum kan men daarover uitsluitsel krijgen (zie Homocysteïnetest en Methylmalonzuur (MMA)).
Lees verder ›Het begrip immunofenotypering wordt in de immunologie en hematologie gebruikt voor onderzoek naar het immunofenotype van cellen (veelal leukocyten). Hierbij wordt gebruikgemaakt van (monoklonale) antistoffen die specifiek een bepaald eiwit of suikergroep op de celmembraan of intracellulair herkennen. Veelal wordt gebruikgemaakt van fluorochroom-geconjugeerde antistoffen, waarna de reactiviteit snel en eenvoudig kan worden vastgesteld door de leukocyten (of andere cellen) te analyseren met de flowcytometer. Door meerdere antistoffen gelijktijdig te gebruiken wordt gedetailleerde informatie verkregen over het eiwit-expressieprofiel (ofwel immunofenotype) van de onderzochte cellen.
Lees verder ›