Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
is een facultatief anaerobe gramnegatieve bacterie behorend tot de familie der . Binnen dit genus is een viertal soorten bekend: en . Deze soorten en de subtypen binnen elke soort zijn van elkaar te onderscheiden op basis van biochemische kenmerken en verschillen in O-antigenen. is overigens zeer nauw verwant aan . Resistentie tegen verschillende antibiotica komt veelvuldig voor bij .
Lees verder ›De hemoglobineconcentratie van het bloed wordt bepaald bij verdenking op anemie of polycythemie.
Lees verder ›Een feceskweek is gericht op het aantonen van bacteriële verwekkers van gastro-enteritis in de feces van de (symptomatische) patiënt. Het aandeel pathogene bacteriën in de totale fecale flora is meestal groot in de acute fase van de ziekte, maar neemt daarna weer snel af. Vanwege de gelijktijdige aanwezigheid van apathogene bacteriën in de feces is voor het aantonen van de pathogene bacteriën gebruik van selectieve media, al dan niet in combinatie met ophopingsmethoden, vereist.
Lees verder ›is een gekapselde diplokok. Op basis van de polysachariden in het kapsel worden negentig verschillende serotypen onderscheiden.
Lees verder ›species zijn grampositieve, halfzuurvaste aerobe actinomyceten die enige verwantschap hebben met mycobacteriën en .
Lees verder ›en zijn mycoplasmasoorten die ureum nodig hebben voor hun groei.
Lees verder ›is een aerobe, grampositieve staaf. Alleen stammen die met een bepaalde bacteriofaag zijn geïnfecteerd, produceren toxine en zijn pathogeen voor de mens. Binnen de soort wordt een drietal typen onderscheiden: en .
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
is een gramnegatieve bacterie uit de familie van de . Er bestaat een grote variatie binnen deze soort en de pathogeniciteit wordt bepaald door de aanwezigheid van specifieke virulentiefactoren als aanhechtingsfactoren en productie van diverse toxines. is ook in staat om verschillende antibioticaresistentiegenen uit te wisselen met andere door middel van plasmiden (kleine, circulaire stukken DNA).
Lees verder ›De HACEK-groep bacteriën is een verzameling bacteriesoorten uit de mond-keelholte met als gemeenschappelijk kenmerk dat ze endocarditis kunnen veroorzaken. Deze groep van organismen is gezamenlijk verantwoordelijk voor 3-5% van alle gevallen van bacteriële endocarditis. Het zijn kleine gramnegatieve bacteriën die voor hun groei afhankelijk zijn van een verhoogde CO-concentratie. De soorten groeien langzaam op de standaardvoedingsbodems als bloed- of chocoladeagar (48-72 uur).
Lees verder ›Het bepalen van de karakteristieken van de erytrocytenpopulatie.
Lees verder ›is een aerobe, gepigmenteerde gramnegatieve staaf. De bacterie groeit gemakkelijk op de normale bacteriologische media, is resistent tegen veel antibiotica en ontwikkelt makkelijk resistentie tegen vrijwel alle antibiotica waarvoor de bacterie normaliter gevoelig is tijdens behandeling. Sommige stammen zijn extreem mucoïd door de vorming van kapsel.
Lees verder ›is een grampositieve bacterie die zijn naam dankt aan de groei in clusters of trossen (σταφιλη = druiventros). De bacterie is in staat een groot aantal virulentiefactoren te produceren die een belangrijke rol spelen bij infecties zoals kapselpolysachariden, hemolysines en cytotoxines, diverse enzymen als coagulase, DNase en protease en oppervlakte-eiwitten als proteïne A.
Lees verder ›Sporenvormende grampositieve staaf die een aantal krachtige toxines produceert en een (polyglutamaat)kapsel; beide factoren spelen een belangrijke rol spelen in de pathogenese van antrax (miltvuur) bij mens en dier.
Lees verder ›Lees verder ›
Aantonen van -soorten met kweek en serologie.
Lees verder ›is een aerobe grampositieve bacterie die binnen een groot temperatuurbereik kan groeien (4 °C tot 37 °C). Het is een intracellulaire pathogeen, waarbij de cellulaire immuniteit van belang is. Er is een zestal verschillende soorten bekend, waarvan alleen pathogeen is voor de mens.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
Bij een zogenaamde banale kweek wordt gezocht naar snelgroeiende bacteriën en gisten die binnen enkele dagen groeien op algemeen gebruikte voedingsbodems als bloedagar of chocoladeagar.
Lees verder ›is een gramnegatieve bacterie die bij katten voorkomt en die incidenteel ziekte veroorzaakt bij de mens. Andere -soorten die ziekte veroorzaken bij de mens zijn , de veroorzaker van loopgravenkoorts, , de verwekker van Oroya-koorts en verruga peruana, koortsende ziekten met huidmanifestaties die voorkomen in het Andesgebied.
Lees verder ›Lees verder ›
Lees verder ›
Lees verder ›
is een dunne grampositieve staafvormige bacterie.
Lees verder ›is een gramnegatieve bacterie; kenmerkend voor de bacteriën uit het genus s is dat ze voor hun groei ten minste een van de volgende groeifactoren nodig hebben: X-factor (haemverbindingen) en V-factor (NAD). Bij de mens komen negen -soorten voor. is de meest geïsoleerde soort uit klinische materialen. Sommige -stammen bezitten een polysacharidekapsel; stammen met kapseltype B vertonen een verhoogde virulentie voor de mens.
Lees verder ›Bepalen van de volumefractie van de erytrocyten in bloed.
Lees verder ›is een langzaam groeiende aerobe, gramnegatieve bacterie met bijzondere groei-eisen. Voor de kweek zijn speciale voedingsbodems vereist met actieve koolstof, cysteïne en andere speciale ingrediënten. Hierdoor heeft het tot 1976 geduurd voordat de bacterie voor het eerst in kweek gebracht werd na een uitbraak van pneumonie bij een bijeenkomst van Amerikaanse veteranen in Philadelphia. Van zijn vijftien serotypen bekend; behalve zijn er nog zo’n veertig andere -soorten bekend.
Lees verder ›Lysozym in serum of urine wordt gebruikt om de toe- of afname van sarcoïdose te volgen.
Lees verder ›is een gramnegatieve, aerobe diplokok die achtereenvolgens en genoemd werd alvorens in het genus te worden ingedeeld. Andere soorten binnen het genus worden in verband gebracht met conjunctivitis.
Lees verder ›Naast de obligaat pathogene mycobacteriën behorend tot zijn er talloze andere soorten mycobacteriën. Een gemeenschappelijke benaming is atypische mycobacteriën en in de Engelstalige literatuur worden ze aangeduid als MOTT (). Kenmerkend voor de hele groep is de bijzondere celwandstructuur met een hoog gehalte aan vetzuren, die verantwoordelijk is voor de zuurvastheid in speciale kleuringen (ZN, auramine). Afhankelijk van de groeisnelheid en pigmentvorming werden de mycobacteriën ingedeeld in vier groepen volgens de classificatie van Runyon. Tegenwoordig berust de indeling vooral op variaties in de 16S ribosomale gensequenties.
Lees verder ›wordt gevonden in de luchtwegen van de mens. Zoals alle mycoplasmata heeft deze bacterie geen celwand en kleurt daardoor ook niet aan in de gramkleuring. De bacterie heeft een grote affiniteit voor hechting aan luchtwegepitheel.
Lees verder ›Rinovirussen zijn RNA-virussen en behoren tot de familie van de .
Lees verder ›is een rondworm (). Bij ingestie ontstaan invasieve larven die vanuit de darm migreren naar spierweefsel en daar een cyste vormen (encysteren). De bron is onvoldoende verhit vlees, in de meeste gevallen van varkens/zwijnen of paarden die op hun beurt gevoerd zijn geweest met onvoldoende verhit dierlijk voedsel. Trichinose is meldingsplichtig in categorie C (anonieme melding door het laboratorium).
Lees verder ›