Hypertensie, primaire
ICPC-2: K86; ICD-10: I10Prof. dr. Peter de Leeuw
Begripsomschrijving
De bloeddruk is verhoogd wanneer deze bij herhaalde meting hoger dan of gelijk is aan 140 mmHg systolisch en/of 90 mmHg diastolisch. Daarbij wordt uitgegaan van metingen tijdens het spreekuur. Voor thuismetingen of ambulante 24-uursmetingen gelden andere afkapwaarden (zie tabel). Overigens worden er in de Verenigde Staten lagere waarden aangehouden dan in Europa.
Indien de diastolische bloeddruk normaal is (< 90 mmHg), terwijl de systolische bloeddruk verhoogd is (≥ 140 mmHg), spreken we van geïsoleerde systolische bloeddrukverhoging.
Bloeddrukwaarden waarboven van hypertensie gesproken wordt in relatie tot de soort bloeddrukmeting. | |
soort meting | grenswaarde voor diagnose hypertensie |
spreekuurbloeddruk | ≥ 140 mmHg |