Immunoglobuline G-subklassen (IgG)
Doel
Vaststellen van het gehalte van IgG-subklassen.
Benodigde klinische informatie
Standaardinformatie bij aanvraag laboratoriumonderzoek (o.a. identificatie, leeftijd, geslacht); gehaltes van de immunoglobulinen IgA, IgG en IgM; klinische gegevens/vraagstelling.
Beschrijving methoden
De IgG-subklassen, IgG1, IgG2, IgG3, en IgG4, worden bepaald met behulp van immunoassays: radiale immunodiffusie, nefelometrie/turbidimetrie, ELISA of multiplex-assay. De resultaten voor elk der subklassen worden afgelezen tegen een kalibrator. Er is een internationale en nationale standaard die consensuswaarden bevat. De referentiewaarden in de normale Nederlandse, Kaukasische populatie zijn bekend. Ze zijn sterk leeftijdsafhankelijk tot circa 18 jaar, en kunnen per bepalingsmethode verschillen.